13/7 – TCR on Tour 2022: The Fellowship of the Rings

Auteur: Gerben
Toerleider(s): Wim Nooteboom
Groep: T2 t/m T6
Strava link: www.strava.com/activities/7441158320
Aantal KM: 320
Aantal leden: 22

Lek! Nog voordat we het pokdalige terrein rondom het Tourhoes hebben verlaten is het al raak. Bij een carbonnen ros in rust. Hoe dan?! Laat dit alsjeblieft geen voorteken zijn van wat nog komen gaat. Voorzitter, hoofdtoerleider en samen met Joke Knobbe medeorganisator van de TCT on Tour, Wim Nooteboom (kan die man dan écht alles?), kondigde in zijn bedeesde doch opzwepende proloog namelijk aan dat we al met al luttele kilometers zullen gaan maken over gravel en minder geplaveide paden. Leuk voor de afwisseling weliswaar, maar met in totaal 22 fietsmannen en -vrouwen aan de start tegelijk welhaast vragen om meer dan dit ene mysterieuze plakmomentje.
Toch, geloof het of niet, na circa 320 kilometers was het slechts eenmaal vaker raak. Zowaar pas in de staart van deze 2-daagse koers, en wederom na een moment van totale ontspanning op een zonovergoten terras (in Joppe). Toeval, domme pech of puur geluk? Zeg het maar. Gezien de vele avontuurlijke fietspaden die er zijn getrotseerd houden we het op een combinatie van ongrijpbare factoren.

Hoogtepunt van een dobbelspel met samengeknepen billen was de stoffige tocht over het Nationaal Park Veluwezoom. Toscane in eigen land. Daar waar de lichtglooiende heuvels goudgeel kleuren en sneeuwwitte gravelpaden als levenslustige aderen zich door het schilderachtige landschap kronkelen. De flora en fauna van de Veluwe doet er weinig voor onder, nu de droogte voor het zoveelste jaar op rij ons kikkerland teistert. Kortstondig wanen we ons te midden in het peloton tijdens de Strade Bianche. In ons kielzog maken roomwitte stofwolken het plaatje compleet, om vervolgens dromerig verder te dansen op een wakkerende westenwind. Als hekkensluiter van de blauw-gele trein is het een schitterend tafereel om te aanschouwen. La dolce vita!

Over wind gesproken. Met 160 kilometer per dag op of in in de beugels voor de boeg wordt er stilletjes gehoopt op een beetje hulp in de rug van Aeolus. Tevergeefs, want met name tijdens de heenreis en dan vooral op de open vlaktes, was het bij vlagen leunen tegen een ferme tegenwind. Ach, in de wetenschap dat de TCR on Tour allesbehalve een race is om de kudo’s en de gemiddelde snelheid een indirecte graadmeter voor de drie G’s (Gezelligheid, Genieten & Gelach) wordt er een tandje lichter geschakeld. Un pour tous, tous pour un luidt het groepscredo en daar wordt niet vanaf geweken tot aan de finish in Rijssen. Zoals het hoort.

Drie man en een paardenkop. Veel meer lui zijn er niet woonachtig in de gehuchtjes die we doorkruizen. De KRO-NCRV zou er een tv-seizoen van Man Bijt Hond mee kunnen vullen. Aan kasseistroken daarentegen geen gebrek. Ergens halverwege is er zelfs een heus Parijs-Roubaix gevoel volgens Strava. De 300 meters hobbelen is voorbij voordat we er erg in hebben. De echt obstakels moeten namelijk nog komen.
Te beginnen met het ophouden van de innerlijke lichaamssappen; geen sinecure wanneer je een dagje ouder wordt. Bij de eerste koffiestop ligt een wereld open om het opgespaarde vocht te lozen. Althans, daar heeft het alle schijn van. Ware het niet dat een dartelende, nogal norse juffrouw met haar nabijgelegen Rust-punt aan de oevers van de IJssel ons op hoge poten komt beweren dat ze óók eigenaresse is van de grond waar zonet Jan en alleman de groene gewassen heeft gesponsord uit eigen zak. ‘Die Dixi staat er niet voor niets!’, klinkt het ietwat schoorvoetend. De arme ziel. We hebben het met haar te doen en tonen begrip en medelijd. Nadat de zich van geen kwaad bewuste wildplassers de juffrouw in kwestie hebben gesust met een financiële compensatie voor het negeren van haar blauwe buitentoilet kan er dan eindelijk weer naar hartenlust genoten worden van een zelfgebakken appelpunt. Heerlijk! Zelfs het grootste chargerijn zal ons gedurende deze ToT niet uit ons goede doen krijgen. Waarvan akte.

Achter de linies van ‘t Harde, Nunspeet, Staverden en Putten maken we heanig vaart richting Bunschoten-Spakenburg. De lokale vislucht vult de neusgaten en doet de tong smelten. Ons eigen meegereisde serviceteam – bestaande uit vrouwlief Ina en zoonlief Bart Nooteboom – bedeeld met een aanhanger vol krachtvoer en lekkernijen heeft echter andere plannen. Niet veel later komt de energieke geur van versgebakken uien ons al tegemoet. Picknicken met broodjes hamburger, jammie!

Tijd om weer op de fiets te springen. We zijn over de helft en het wordt langzaamaan stiller onderweg. Energie besparen voor het avondprogramma? Oh jawel! Want we zingen en we springen en we dansen in het rond… na een verkwikkende douche, liters fietsbier, menig kaas-worst-plankje en bloedfanatieke woord- en muziekspelletjes proosten we op de eerste, grandioze dag van de ToT 2022. Oké nog eentje dan… om daarna het laatste schemerlampje van Fort aan de Klop te doven. Morgen een nieuwe dag.

Geen beter ontbijt dan een luxe hotelontbijt. Niet helemaal waar in het geval van onze accommodatie aan de rand van Utrecht, maar dat mag de honger naar deze nieuwe zonnige dag niet stillen. Met frisse en uitgeslapen zin kunnen we niet wachten om ons weer in tenue te hijsen. Nog even met de poetslap om de fiets, de ketting ingevet en de bilstreek daarbij niet vergeten, banden oppompen en beginnen kan de tweede etappe.
Een terugreis die in het teken zou staan van ‘lek!’. Technisch lek welteverstaan. Lek voor een gezamenlijke groepsfoto óp de start- en landingsbaan van het Militair Museum in Soesterberg, lek voor een plasje hier, lek voor een koffietje daar, lek voor een plasje zus en technisch lek voor een panorama-uitkijkpunt over de Veluwe zo. Lek voor een spontane erehaag vol applaus, lek omdat men al dik 200 kilometer op te zachte banden aan het rollen is, en lek omdat – daar komt ze weer – Ina spiegeleieren staat te bakken in het wild.

Zoals al verklapt werd daadwerkelijk lekrijden ons wonder boven wonder bespaard tot de laatste kilometers van het thuisfront. Geluk dwing je af, nietwaar. En dus namen we het er zelf maar van. En hoe! Ik kan me niet heugen ooit een sportief evenement meegemaakt te hebben waarbij ik zwaarder huiswaarts keerde dan bij vertrek. Aan niets ontbrak het. Niet zozeer aan versnaperingen, maar des te meer nieuwe herinneringen en anekdotes. Er werd gezongen. Er werd gevochten. Gehuild, gebeden en ontzettend veel gelachen. Kortom, er werd bewonderd. Precies zoals Ramses Shaffy ooit zong.

Wil je echt al het fijne weten? Gelukkig hebben we de foto’s nog.