26 sep – T3 – Kroegentocht

Auteur: Gerben
Toerleider(s): Henk Goorman
Aantal KM: 105
Aantal leden: 11

Verslag: Wie Kroegentocht zegt, denkt al gauw (terug) aan een ondeugende mate van drank, drugs en rock&roll op een zonovergoten locatie als Salou of Chersonissos. Of anders wel een bont gekuier tussen onze eigen Twee Schimmels, via Dorus naar Spekhorst. De route tussen de Ierse en andere typische bruinpubs in, boeit eigenlijk niet zozeer. Kroeg in, kroeg uit is de voornaamste brandstof voor een gezellig samenzijn. Daar waar het moreel stijgt, de moraal daalt en de latere kater vol vergeten anekdotes onder het mom Korsakov onder de tafel zal worden geveegd. Althans, zo verging het vroeger. Toen geluk nog heel gewoon was.

Dat deze traditionele kroegentocht niet als een hoofdstuk uit menig jeugdboek zou gaan geschieden, was vooraf bekend. Met een gemiddelde clubleeftijd van 57 jaar zijn de meesten weleens fitter geweest. Wijsheid komt bovendien met de jaren. ‘s Middag nog in staat zijn om te kunnen tuinieren of klussen is belangrijker geworden dan een ochtendje doorzakken. Herstellen duurt ook langer dan ooit. Tegelijk behoeft het geen betoog dat de TCR over een achterban beschikt dat nog altijd niet vies is van een natje, droogje en heul veul gezelligheid. ‘Social’ is nota bene een van de pijlers waardoor Tourclub Rijssen 40 jaar na dato nog steeds staat als een huis. Driewerf hoera!
De recente toevoeging van de term ‘Distancing’ ziet elke groepswielrenner dan ook met lede ogen aan. En daarvan zijn er velen bij de TCR. Dat fietsen in principe nog mogelijk was en is, is letterlijk verademend. Echter het afgelopen wegseizoen verliep bij lange na niet zoals het had gemoeten. Kop op allen; in 2021 hopen we het oude clubnormaal dubbel en dwars in te halen.

Het enthousiasme zit er in elk geval al goed in bij het verzamelen voor het Tourhoes. Wat wil je met een smakelijke entree in de vorm van een plak Krentenwegge en koffie of thee. Deze ‘goede bodem’ voedt meteen de verwachting dat ons heel wat staat te verwachten. Op fietsgebied sowieso, iets waarvan onze toerleider Henk G. de vrijdagavond al op de hoogte was. Met de G. van Guillotine laat Henk de kopmannen pas om de twee tot soms wel drie kilometer draaien. Gelukkig staat er slechts een zuchtje wind en zijn de benen nog vers, maar pff… als dit de hele tocht zo gaat?! En warempel, zo verging het zowaar. Wind of geen wind, vals plat of schier oneindig veel klinkers, Henk G. toont geen genade voor wie op dat moment de kar trek. Waar blijft die kroeg?!

Een gedeelte Achterhoek wordt doorkruist. Demonstrerende leuzen en overdreven gephotoshopte pamfletten als ‘Neede zegt NEE tegen windmolens!’ geven hiervan blijk. Het is ook nooit goed… Onze eigen wieken draaien anders maar wat gretig rond. Dit, in combinatie met de passieve groepscarrousel, heeft ertoe geleid dat de eerder zo stevige voedingsbodem aardig is bereikt. De teller die voor het kromstuur uit prijkt heeft tot dan toe al 65 kilometers geregistreerd.
Hoelang nog tot die kroeg? Niemand die het antwoord weet. Een enkeling krijgt argwaan en frunnikt in de achterzakjes, opzoek naar nieuwe energie. Jan Dannenberg rept daarop: ‘Doe dat nu niet, je krijgt nog van alles!’ Sadistisch grapje zeker.
Wanneer ik samen met Mathijs Scholten (de arme ziel gezien de weinig trainingsmeters) wederom drie kilometer een straffer geworden tegenwind heb zitten splijten, besluit ook ik eieren voor m’n geld te kiezen. Een notenreep wordt vermaalt voordat de ingrediënten ervan de smaakpapillen hebben kunnen bereiken. Een naderende hongerklop is hiermee in de kiem gesmoord. Vierhonderd meter later haalt Jan alsnog zijn gelijk. De kroeg waarvan men dacht dat-ie nooit meer zou komen doemt dan eindelijk op. 80 kilometer van huis.

Nou ja, kroeg…? Naar het bruin uit grootmoederstijd is het vergeefs zoeken. Een hertengewei en psychedelisch tapijt hebben überhaupt nooit onderdeel van de decoratie uitgemaakt, gok ik. Modern-klassiek is wat de digitale klok slaat bij ‘De Witte Wieven’ in Zwiep. Wel is menig tafel gevuld met minimaal één grootmoeder (de naam wordt dus eer aan gedaan), smikkelend aan bruine koek. Ook wij ontvangen zo’n niet te versmaden bolus. Ver-ruk-ke-lijk! Het suikergehalte is onmiddellijk op peil, maar een typisch kroeggevoel? Nop.
Nog maar 25 kilometer te gaan tot aan de finish. Elk nadeel heb z’n voordeel zou Johan zeggen. En ja hoor, amper 10 kilometer is het alweer raak. Er ligt staat kaas, worst, kruidkoek zover het oogt reikt over het tafeltje dekje bovenaan de Markelose Bergweg. Zelfs een glaasje kruidenbitter ontbreekt niet. ‘Neem er gerust twee’, aldus de dames. Nou vooruit, omdat jullie zo aandringen. Wat een verwennerij, zeg! Weliswaar nog altijd niet omgeven door dromerige kroegsferen, maar wel heerlijk kneuterig en daardoor beregezellig.

En dan moet de grande finale nog volgen. Met restanten van de eerste én tweede stop nog tussen de kiezen, dient de volgende en tevens laatste stop zich aan. Een wapperende TCR-vlag die ons in de juiste richting dirigeert is ditmaal overbodig. Het blauw/geel waarin Dagcamping De Borkeld is gekleurd is namelijk al van afstand te zien en horen (tip: ook voor de sterke arm der wet die het wat nauwer neemt met de Corona-richtlijnen, overigens). De gezellige saamhorigheid waar we als fietsclub zo naar snakten bereikt hier zijn absolute hoogtepunt. Evenals het hervullen van de inwendige sportmens. Nu alleen nog een chique manier zien te verzinnen hoe die enorme broodje bal te verorberen. Wel thuis!