Gedragsregels toerfietsen bij TCR

Op de ledenvergadering van 15 maart 2018 heeft het bestuur een aantal gedragsregels
voorgelegd aan de leden. Verwacht wordt dat ieder lid van TCR zich hieraan houdt
tijdens het fietsen van de clubritten.
Als we ons aan deze regels houden blijft het fietsen voor iedereen binnen de groep veilig en leuk. Dit komt tevens het imago van onze club en het toerfietsen in zijn algemeenheid ten goede. Er wordt als groep gereden, dus: ‘Samen uit, samen thuis!’
-TCR is een toerfietsvereniging. De tochten zijn geen wedstrijd.
-Iedereen houdt zich aan de verkeersregels.
-Er wordt geen afval op de weg of in de berm gegooid.
-Het dragen van een helm is verplicht.
-Bij vastgestelde clubritten op het toerschema wordt er altijd in de nieuwste/laatste versie
clubkleding gefietst.
We houden rekening met elkaar, dus:
-Bij een klim wachten we bovenaan tot de laatste boven is.
-Na een bocht en/of lastige situatie, houden de voorste fietsers tempo in totdat de
groep weer aaneengesloten is.
-Bij pech wordt er gewacht en geholpen bij de reparatie.
-Nieuwe deelnemers aan een groep worden opgevangen en begeleid.
-Iedereen doet een deel van het kopwerk ( m.u.v. de toerleider) en krijgt daar ook de kans voor.
-Als iemand het tempo niet aan kan wordt er gewacht en het tempo aangepast.
-Als iemand meerdere weken het tempo niet aan kan, wordt betreffende persoon
hierop aangesproken en geadviseerd in een andere tempogroep te gaan fietsen.
-Iemand die duidelijk moeite heeft met het tempo, mag op plek achter de toerleider gaan fietsen.
-Als iemand aanzienlijk beter is dan de overige deelnemers gaat deze bij kopwerk niet het tempo bepalen. De toerleider bepaalt het tempo van de groep.
-De toerleider bepaalt de richting en geeft dat duidelijk aan: richting aangeven
met arm en roepen.
-Medefietsers in de groep geven de aanwijzingen door naar achteren.
-Het wisselen van koppositie in de groep gebeurt op aanwijzing en commando van de toerleider.
-Obstakels (paal, gat, troep op de weg) worden tijdig en duidelijk aangegeven door de voorste rijders en
daarna doorgegeven.
-Een kruising wordt als groep overgestoken.
-‘Auto tegen’, auto voor en ‘auto achter’ worden duidelijk hoorbaar doorgegeven.
-In de bebouwde kom wordt het tempo aangepast aan de situatie.
-Nooit abrupt van richting veranderen of remmen.
-Iedereen wordt geacht deel te nemen op een goed onderhouden fiets.